8-staal Sint Agatha

Standhouden
Deze vuurmond werd bij Kon. Besluit van 21 september 1880 ingevoerd ter vervanging van de 8 cm brons. In 1905 verdween het stuk maar werd later toch weer in de bewapening opgenomen. In 1927 werd de gasafsluiting van “plaat-en-ring’ vervangen door een plastische dichting. De bijbehorende munitie bestond uit granaten (7,06 kg zonder huls) of brisantgranaten (7,02 kg. zonder huls). Het wapen werd geladen met losse projectielen en zwart kruit in kardoezen. Voor de ontsteking werd aanvankelijk een wrijvingspijpje Nr. 3 gebruikt, na de modificatie een ontstekingspatroon Nr. 4. In mei 1940 werden nog 108 stukken ingezet voor de verdediging van Nederland.
De bemanning op vrijdag 10 mei 1940 was: Wachtmeester A.M. Schouten Gewond (Bereden Artillerie) Dpl. soldaat A. Braspennincx Gewond (Bereden Artillerie) Dpl. soldaat A.J. van Gils Gewond (Bereden Artillerie) Dpl. soldaat A. van der Kleijn Gewond (Bereden Artillerie) Dpl. soldaat van Gommeren (Bereden Artillerie) Dpl. soldaat Moelands (Bereden Artillerie) Dpl. soldaat Bruins (Bereden Artillerie) Dpl. soldaat Adriaansche Gewond (Kust Artillerie) Dpl. soldaat Antonisse (Kust Artillerie) Dpl. soldaat Artz was opgenomen in het ziekenhuis.
De geschiedenis van de in de dertiger jaren van de twintigste eeuw gebouwde kazematten op de westelijke Maasoever tussen Katwijk en Oeffelt.
8-Staal St. Agatha Veldkanon 8 cm staal
Type : Getrokken achterlader zonder schild Materiaal : Staal Fabrikant : Krupp Kaliber : 8,4 cm Reminrichting : Schoprem Lengte kanonloop : 2,3 m Gewicht kanonloop : 450 kg Gewicht vuurmond : 1030 kg Vo* : 460 m/sec Vuursnelheid : Tot 5 minuten 2 schoten per minuut Max. dracht : 5000 m Tractie : 6 paarden Bezetting : 10 man Coördinaten : 51.716051 N 5.917568 E * Vo : (V nul) aanvangssnelheid van het projectiel gemeten aan de monding
8-staal van Sint Agatha
Privécollectie M.J.M. Schelbergen
De 8-staal stond opgesteld in een halfopen gevechtsopstelling en had de opdracht gekregen de weg naar het voetveer van St. Agatha te bewaken. Het stuk had voor de monding een dekking van circa 80 cm, en was aan de zijkanten iets hoger. De borstwering, één knotwilg en een camouflagenet onttrokken het kanon enigszins aan de omgeving. Door middel van grenenhouten ribben (voor wat de richting betrof) werd het stuk in dezelfde stand gehouden. Op het achterstuk van de affuit waren tijdelijke richtmiddelen aangebracht. Naast de opstelling bevond zich een loopgraaf voor de bemanning.
Privécollectie M.J.M. Schelbergen